Na vier jaar gevechten in modderige loopgraven slaagden de Geallieerden op 28 september 1918 erin een doorbraak te forceren en door te stoten in oostelijke richting. Na een oponthoud van ongeveer tien dagen aan de Flandren I Stellung (1)werd het Geallieerde eindoffensief verder gezet. Twee dagen later werden de Leieboorden bereikt. Samen met de vaart Bossuit-Kortrijk vormde deze ‘natuurlijke’ hindernis de Hermann-Lys Stellung, een eerder zwak uitgebouwde verdedigingslijn.
Zaterdag 19 oktober 1918. Delfien Vanhaute (2), onderpastoor van Vichte, schreef in het Liber Memorialis: Duidelijke tekens dat de slag nadert zijn kenbaar. Het baanhof (3) is sedert twee-drij dagen door de Duitschers verlaten. Geen treins meer. Duitsche veldposten leggen mijnen om den ijzerenweg te doen springen. Op deze dag is Vichte overstelpt van Duitsche troepen, die meest al van de Leie afzakken. De straten zijn vervult met vrachtwagens, kanonnen en voederwagens. Alle huizen zijn ingenomen voor kwartier (4). In den avond moet de kerk dienen tot herbergplaats van eene hele compagnie; doch nauwelijks liggen de soldaten ter rust neder of bevel komt dat zij de kerk moeten verlaten en verder naar Ingoyghem optrekken. Op dien zaterdag waren de bontgenoten genaderd langs de Leie tot Harelbeke en Oyghem.
Om 22.00 uur startte een artilleriebeschieting en spuwden de Geallieerde kanonnen hun explosieve lading naar de rechter Leieoever, Harelbeke en Deerlijk. Een uur later zouden de Britten hun overtocht wagen. Met de mislukte poging van 16 oktober (5) nog vers in het geheugen maakten de Schotten zich klaar om de Leie te oversteken met de bedoeling door te stoten naar de Schelde. Het zou echter nog twaalf lange, bange dagen duren vooraleer deze bereikt werd.
Om 23.00 uur was het dan zover. Tussen Harelbeke en Kuurne, en Harelbeke en Bavikhove startten resp.de 26ste en 28ste Schotse Brigades hun aanval. De 26ste Brigade (5de bataljon Cameron Highlanders, 7de bataljon Seaforth Highlanders en het 8ste battaljon Black Watch) nam onmiddellijk Harelbeke in. Na een korte reorganisatie werd rond zes uur de aanval richting Deerlijk hervat. Om acht uur was Deerlijk in Schotse handen (6). Het Saksische 134ste infanterieregiment moest wijken en trok naar Vichte. Achternagezeten door de Schotten. Even buiten het centrum, werden de Schotten onder vuur genomen door de Duitse achterhoede, die bij de Belgiek meerdere mitrailleurs opgesteld hadden. Hier nam het eerste bataljon Queen’s Own Yorkshire Dragoons (7) het speerpunt van de aanval over.
Daarom een greep uit het dagboek (8) van dit bataljon:
18 oktober 1918, 02.00 uur
We worden opnieuw ingekwartierd langs de weg tussen Sint-Eloois-Winkel en Stenen Stampkot.en komen onder bevel van de 9de Schotse Divisie. Kapitein Warde-Aldam werd gewond afgevoerd en zou Engeland bereiken met het hospitaalschip ‘Brighton’.
19 oktober 1918
De NCO’s (9) komen terug van een oefencursus aan de II Corp’s Lewis Gun Shool (10)
20 oktober 1918
Om 02.30 uur zijn we klaar voor de aanval en begeven ons naar de startplaats, ongeveer 500 m ten ZO van het centrum van Bavikhove, en worden ingedeeld in de 28ste Brigade. Om 06.30 uur steken we de Leie over, verzamelen we langs de weg Harelbeke-Deerlijk en begeven ons op weg. We rijden traag door Deerlijk, en om 08.30 uur bereiken we de eerste linie. Compagnie A, B en de staf begeven zich naar de Belgiek die inmiddels ontruimd is. Compagnie C fietst via de Pontstraat en de Klijtstraat naar Vichte. Tijdens de bezetting van de Belgiek ondervindt het bataljon weinig tegenstand terwijl compagnie A richting Vichte fietst. Plotseling, ter hoogte van ‘de Jager’ kwam compagnie A onder hevig mitrailleurvuur te liggen. Duitse Spandau’s, opgesteld aan de hoeve Decraene (11), de tuin van Dr Isebaert en de Molenheuvel (12) dwingen de cyclisten uit het zadel. Traag, langs weerzijden van de weg, en onder beschutting van de grachten sluipen ze voorwaarts.
Langs de Pontstraat verovert compagnie C vier houwitsers die bij de Gaverbeek opgesteld staan. In het verlengde worden nog eens twee veldkanonnen buitgemaakt. Er wordt nog een kanon uitgeschakeld waarmee de Duitsers trachten te ontsnappen via de weg Vichte-Sint-Lodewijk. De bemanning van deze kanonnen, ongeveer 40 artilleristen in totaal, worden als krijgsgevangenen weggeleid. De andere buit was een veldkeuken en twee mitrailleurs.
Wanneer het Duits artillerievuur te hevig werd zocht de C compagnie beschutting aan het Heetje. De B compagnie die zich bij de Belgiek als reserve bevindt, rukt op de linkerflank uit met een peleton richting De Knock. Halfweg krijgen ze contact met de Duitsers die zich op de Knock terugtrekken. Ze laten twee mitrailleurs en allerlei gereedschap in de brand. Bovendien dwingen ze ten westen van de Knock een Duitse kanonbemanning hun stuk te verlaten.
De opmars van de Yorkshire Dragoons werd gevolgd door het 2de bataljon Royal Scots Fusiliers en het 1ste Bataljon Newfoundland Regiment die hun plaatsen innemen wanneer de Dragoons terugtrekken naar de Deerlijkse Waregemstraat, even ten westen van Deerljik. De Belgiek en omgeving lagen gans de namiddag onder artillerievuur.
Verliezen: n°175284 L/Cpl C. Newton ; n° 175641 Pte. G. Gosling beiden K.I.A. (13) Wounded in Action: Lt. C. B. Redpath ; L/Cpl W. Biddles ; Pte J. Allen ; Pte. J Casterton
Licht gewond: Lt Col R Thompson ; Cpl W.H. Clarke ; Pte. E. Sigston
Op 21 oktober trekken ze terug naar Harelbeke waar ze ingekwartierd werden (14). L/Cpl W Biddles sterft aan zijn verwondingen.
Op 22 oktober, 8 uur (15) verzamelen ze zich opnieuw in de Pontstraat (Deerlijk) onder bevel van de 28ste Brigade en rukken op naar de omgeving van de spoorwegoverweg ter hoogte van de Klijtstraat (Deerlijk). Door een opgehouden aanval verblijven ze hier de rest van de dag. Om 20.30 uur kunnen ze terug naar Harelbeke. Pte. Matthew is zwaar gewond door gas, Cpl. Meanwell licht gewond.
Op 23 en 24 oktober blijven ze in Harelbeke. In de vroege morgen (4.00 uur) van 25 oktober rukken ze opnieuw op via de Deerlijkse Otegemstraat , waar ze in reserve gehouden worden. Later, om 15.30 kunnen ze terug naar Harelbeke fietsen. Pte. Richardson wordt door een artilleriegranaat gewond.
26 oktober: Lt.Col. Thompson krijgt het Franse Chevalier de Legion d’Honneur. Een onderscheiding voor zijn aandeel in de aanval als bevelvoerend officier.
27 oktober, de Dragoons gaan op rust. Pte Richardson sterft aan zijn opgelopen verwondingen.
Op 28 oktober komen 16 nieuwe rekruten uit Engeland vergezeld van twee officieren het bataljon vervoegen. Het 1/1 QOYD bestaat momenteel uit 16 officieren en 274 O.R.
Tot zover het dagboek van het 1/1st Queen’s Own Yorkshire Dragoons.
Delfien Vanhaute schreef over diezelfde 20ste oktober:
In den nacht van 19-20 oktober donderden de kanonnen op de Leie. Na een hevige beschieting van Harelbeke staken de bontgenoten (Engelschen) de Leie over, op een breed front van Kortrijk tot Oyghem, ten 1 ure van den nacht. Ze bereikten Deerlijk dat na een kort bombardement zonder grooten tegenstand bezet wierd ten 6 ure in den morgen. Om zes en half begonnen de schrapnells te vallen op Vichte statie, Oolijkenbosch, Jager en Knok. Die beschieting welke het dorp niet bereikte, hield aan. De Duitsche troepen trokken af, kanonnen, bagagewagens, ambulanciewagens met gekwetsten rolden in allen ijl voorbij. Dien zondag was de eerste mis van zes ure wel bijgewoond, de tweede mis van zeven en half telde weinig geloovigen, in de hoogmis ten 9 ure was de kerk ijdel. Reeds van 6 tot 7 ure waren al de troepen die te Vichte vernachtten weggetrokken over Ingoyghem. Het groot geschut werd achteruitgebracht om stelling te nemen op Tieghem en de Kluisberg. Ten 8 ure was het eene ordeloze vlucht van verspreide benden over de velden. Vele soldaten lieten hun geweer en ransel in den brand. Doch enige uitgelezen afdeelingen kwamen koelbloedig op om de verdediging op te nemen. Deze waren voor het grondgebied Vichte omtrent 500 in getal. Om 8 ure werden de eerste Engelsche voorposten door de bewoners van den Oolijkenbosch verwelkomd. Zij drongen verder tot aan de Statie, de hoeve Decraene (nu Schaliënhof), den Jaeger (herberg langs weg Belgiek-Vichte). Omtrent 9 ure in den voormiddag wierd de eerste frontlijn bereikt die dan met weinig veranderingen bleef bestaan voor gans den zondag. In Vichte ,voor de Knock naar hoeve Decraene, hoeve De Bosschere, de Katte (herberg die rond de negentiger jaren afgebroken werd), langs het kasteel Moreels (nu Beukenhof) en het station. De Duitsers bleven te Nieuwenhove, op de Knock en de plaats van Vichte (Vichte-centrum), vandaar langs achter het kasteel Moreels naar de koeivoet (Sint-Lodewijk), Banhout (Heestert).
De Engelschen kwamen vooruit tot aan de Kasselrijbeek bij de Knok. Om de hoeve Decraene greep er een verbitterde strijd plaats. Duitsche soldaten schoten van achter eene strooimijt in den boomgaard. Een Engelsch officier (Yorkshire Dragoons 16) werd gewond. Zijn ordonnance werd gedood. De Duitschers trokken zich terug in het woonhuis en vuurden door de vensters. Verscheidenen vielen, gekwetsten werden weggevoerd. Eindelijk moesten ze de hoeve aan de Engelschen om 9 ure overlaten. Rond de statie werd er terzelfdertijd hevig gevochten (17). Een tiental werden gemitrailleerd langs den ijzeren weg. Toen de statie geheel bezet was deden de Duitschers langs twee kanten een tegenaanval met de bajonet. Een afdeeling van 30 Duitschers trok tussen de Katte en De Bosschers (18) tot aan het station.
Een andere groep kwam vanuit een andere richting. Deze aanval werd tenietgedaan en de groepen werden teruggeworpen tot aan de hoeve Debosschere en De Katte. In den hof van het kasteel Moreels werd hevig gestreden en de Engelsen die in den hof gedrongen waren wierden er weer uitgedreven en de Duitschers patrouilleerden rond den hof tot aan de huizen rond den statie (19). In den namiddag moesten de Duitschers wederom wijken en men kon ze zien op handen en voeten kruipen vanuit den hof van ’t kasteel Moreels over het vlakke land, door de weide tot aan de kerk en door de hovingen van de plaatselijke bevolking. In den avond staken zij nog de woning van de Wwe Laevens (20) naast de St-Josephskapel.
Hier liep het relaas van onderpastoor Vanhaute over de eerste uren van de bevrijding van Vichte ten einde.
De twee andere Britse bataljons die zich op 20 oktober 1918 op Vichts grondgebied bevonden waren het 2de bataljon Royal Scots Fusiliers en het 1ste bataljon Newfoundland Regiment.
Het 2/ R.S.F. dat zich in het kielzog van de cyclisten (QOYD) bevond, geeft in zijn oorlogsdagboek (21) niet veel vrij over deze 20/10/18:
Om 6.00 uur wordt de aanval ingezet achter een artilleriespervuur. Het doel wordt reeds rond de middag bereikt. Compagnie A bereikt Vichte en stoot door tot bij het centrum, maar moeten zich terugtrekken door hevige Duitse tegenaanval. Rond 14.00 uur wordt de aanval hervat met de bedoeling een verdedigingslijn op te bouwen met het Newfoundland Rgt. op hun rechterflank. Liggen de ganse namiddag onder zwaar Duits artillerievuur. Majoor King, 2/Lt Baird,pte N.C. Dean en Pte W.R.. Morrison gewond. Capt. Glass is de tijdelijke bevelhebber.
Oorlogsdagboek 1 Bn. Newfoundland Regiment (22) vermeldt:
20/10/18: Om 4.30 wordt de Leie overstoken als reserve van de 28ste brigade. Na de inname van Harelbeke reorganiseert deze zich en stelt het 2/R.S.F. en het 9/S.R. zich op in slagorde, met 300 m erachter het Newfoundland Rgt.
Om 6 uur wordt de aanval richting Deerlijk ingezet. Daar de brigade op de rechter divisieflank opereerde, en de 36ste divisie op hun rechterflank. Om 6.00 uur wordt de aanval ingezet. De 36ste divisie op onze rechterflank kan ons tempo niet bijhouden en zo worden wij blootgesteld aan zijdelings vuur en lijden zware verliezen. Om 8 uur zwermt de B compagnie uit om deze blootgestelde flank meer te beveiligen. Om 11.uur is Deerlijk stevig in onze handen en wordt een bataljon cyclisten ingezet. Wanneer deze later rapporteert dat de spoorweg te Vichte bereikt is, worden we teruggetrokken. Om 12.10 uur veranderen de orders. Deze luiden dat we Vichte moeten innemen! Dit is quasi onmogelijk. We bevinden ons 1700 meter achter de beschermende artilleriebarrage.
Met de compagnies A en C in de spits, en B en D in de onmiddellijke nabijheid wordt de aanval toch ingezet. Men hoopte dat we zouden doorstoten richting Schelde, maar de Duitse geschutsstellingen op de Klijtberg en Pareelberg maken elke beweging onmogelijk. Kanonnen opgesteld aan de Knock brengen ons zware verliezen tot. Om 16.00 uur proberen de A en C compagnies door te breken naar het centrum van Vichte, maar zwaar mitrailleurvuur belet hen dit. Compagnie C kan ternauwernood terugtrekken en het Vichts station bereiken. Compagnie A verbergt zich bij de burgers en tussen de huizen. In het donker kan een gedeelte terugkeren naar het station. Anderen worden gevangen genomen of verbergen zich tot ze twee dagen later door hun makkers bevrijd worden.
Zo eindigde 20 oktober. De Vichtenaren verscholen zich in hun kelder en zouden nog twee bange dagen meemaken vooraleer ze bevrijd werden.
Vichte bevrijd
De 9th Division zou op 22 oktober de 27th Lowland Infantry Brigade (Croft) in de aanval zenden met het 11th Battalion Royal Scots aan de spits, het 6th Battalion Kosbies (King’s Own Scottish Borderers) ter ondersteuning en het 12th Battalion Royal Scots als reserve. Het doel van de actie was Vichte-dorp, Hill 50 (Pareelberg) en Ingooigem.
Vichte-dorp en Hill 50 zouden veroverd worden door het 11th Battalion Royal Scots, waarna de Kosbies zouden overnemen en de Streuvelsgemeente zou bestormen. Op hun rechterflank zou de 29th Division eveneens de Pareelberg aanvallen, terwijl de 36th Division aan de linkerzijde de Wijnsberg en de Klijtberg voor haar rekening zou nemen. De Royal Scots moesten erin slagen om Vichte-dorp en Hill 50 te veroveren zonder genadeloos neergemaaid te worden door de vele verdekt opgestelde machinegeweren. De 26th Highland Infantry Brigade stond ten noordoosten van de weg St-Lodewijk – Vichte klaar om de aanval te ondersteunen wanneer het nodig mocht blijken.
Zoals bij de 29th Div. startte de aanval om 09.00 uur. Om troepenbewegingen te verbergen werden grote hoeveelheden rookgranaten afgevuurd, die echter vertraging en verwarring teweeg brachten. Een scheikundige reactie met de ochtendnevel, de rook van het artilleriespervuur en de Duitse beschietingen met gasgranaten was er de oorzaak van dat een dikke mist ontstond die het zicht tot enkele meters herleidde en heel langzaam naar de Britse linies dreef.
De spoorlijn was de gids die de Royal Scots niet alleen via het kasteel naar Vichte-dorp bracht maar tevens naar de voet van Hill 50. Een andere aanvalsweg naar Vichte-dorp leidde via de Molendam (huidige verkeerslichten) waar het Duitse verzet onmiddellijk teniet werd gedaan. Een twintigtal Duitsers werd gevangen genomen. Van zodra de L, LI en XXVII Brigades R.F.A. (Royal Field Artillery) hun beschieting begonnen waren, had het aanwezige Duitse garnizoen de veiligheid van de kelders opgezocht. De Kosbies die zich in het kielzog van het 11th Royal Scots bevonden, werden geconfronteerd met georganiseerd verzet dat tot leven kwam wanneer de Royal Scots reeds voorbij waren. Nadat Vichte-dorp omstreeks 11.30 uur van de vijand was gezuiverd konden de Kosbies verder oprukken naar Hill 50. Aangezien Vichte heel die tijd bestookt werd met gasgranaten waren de ‘Jocks’ verplicht hun gasmasker te dragen, wat hun bewegingsvrijheid aanzienlijk verminderde.
Bij het verlaten van Vichte-dorp kwamen de Royal Scots onder een hevig kruisvuur dat afkomstig was vanaf de Klijtberg en Hill 50. Ze slaagden er evenwel in de lager gelegen hellingen van de heuvel te bezetten.
Tijdens die aanval verloren ze twee compagniescommandanten waardoor elke coördinatiezoek raakte en de aanval vast liep;
Capt. Howard Thomas M.C., 21 jaar, begraven te Harelbeke, plot IX, rij A, graf nr 2
Lt. John Blackie M.C., 29 jaar, begraven aan de noorderkant van de kerk in Vichte. In juni 1933 overgebracht naar Vichte Military Cemetery, plot IV, rij B, graf nr 8
Een tijd lang zag de situatie er niet zo rooskleurig uit en Lt-Col Ker die zijn Kosbies naar de brug ten zuidoosten van Vichte had geloodst, ondervond de grootste moeilijkheden om vast te stellen waar de voorgegane Royal Scots zich bevonden. Kapitein Andrews, die ervan uitging dat de Klijtberg in Ierse handen was, nam met zijn batterij van de 50th Brigade R.F.A. een positie in op 300 m van de Klijtberg. Het duurde dan ook niet lang vooraleer ze onder zwaar Duits machinegeweervuur lagen. Tijdens een stoutmoedige verkenning te paard localiseerde Andrews de hoeve van waaruit de vijand vuurde. Hij stelde voor dat Ker en zijn mannen de heuvel zouden bestormen onder dekking van eigen artilleriespervuur.
Met A Coy links en D Coy rechts werd er opgerukt in de richting van Hill 50. Later zou de B Coy uiterst rechts aansluiten. Om 15.00 uur was Hill 50 in Schotse handen. Acties van de flink van zich afbijtende Duitsers lieten deze Schotse aanval echter doodbloeden. Links was nog een gedeelte van de Klijtberg bezet door de Duitsers, rechts was een opening van ongeveer 1000 m tussen de 9th en 29th Div. De Black Watch die omstreeks 17.00 uur order kreeg om het gat te dichten, stuurde A Coy vooruit om contact op te nemen met de linkerflank van de 29th Division. B Coy kreeg opdracht aansluiting met de K.O.S.B. te zoeken. De opening bleek echter twee kilometer breed te zijn, waardoor de 4 compagnies van de Black Watch hun handen meer dan vol hadden. Een reservecompagnie van de 12th Royal Scots snelde ter hulp en bracht de nacht door in de omgeving van de Vossenhoek.
De frontlijn van het II Corps liep nu over Laaten (Otegem) naar de Pareelberg, over Klijtberg, Wijnsberg naar Nieuwenhove (Waregem). Nu de klijtberg door de Ieren bezet was, hadden de Kosbies geen machinegeweervuur meer te vrezen dat hen in de rug schoot en was hun positie op Hill 50 beveiligd. Tevens was het een goede “jump-off place” voor de aanval op de heuvelrug die hen nog van de Schelde scheidde. In plaats van brigadehoofdkwartieren te bestoken, beschoten de Duitsers nu alle aanvalswegen van de oprukkende Britten. Ook Vichte-dorp en zijn station werden niet gespaard. Nog altijd beschikte de Duitse artillerie over veel kanonnen met ongelooflijk veel munitie. Aan het aantal afgevuurde granaten kon men afleiden dat ze hun munitie verschoten om ze later niet te moeten vernietigen of meenemen tijdens hun aftocht. Ook hadden ze de voor de Britten vervelende gewoonte een bepaald punt uit te kiezen en dan met een regen van granaten de hel te laten losbarsten.
De 27th Brigade werd afgelost door de Highlanders van de 26th Bde en de 28th Bde, die na verschikkelijke gevechten Ingooigem en Otegem zouden bevrijden. De frontlijn van de 36th en 9th Division liep over Spitaal, richting Engelhoek en vandaar naar het zuiden van de Vossenhoek. Wanneer de eerste heuvelreeks ingenomen was, rapporteerden verkenners van de 9th Division dat het Duitse front heel agressief was en sterk verdedigd werd.
De 107th Brigade (36th Division) waaraan een Frans eskadron van het 28ième Régiment de Dragons was toegevoegd, kreeg om 10.17 uur de orders om verkenningspatrouilles in de richting van de Schelde te sturen. Op de linkerflank zou de 108th Brigade een oogje in het zeil houden. In het begin liep alles gesmeerd, maar hoe dichter de Ieren de Heirweg naderden, hoe feller de weerstand werd. Alhoewel één compagnie van de 1st Battalion Irish Fusiliers de Heirweg van de vijand gezuiverd had, werd er een zware tegenaanval uitgevoerd. Een compagnie, bestaand uit de resten van ontbonden eenheden en het bataljon Sinz deed onder leiding van Lt Russ een felle aanval naar Heirweg toe. Ze namen 26 Ieren gevangen, waaronder 1 officier. Bij deze schermutselingen onderscheidden zich Sgt Hadicke en Gefreiter Zetsche (beiden van 10/134) en Uffz Kästner (9/134).
Daarna trok de Duitse Infanterie Divisie 40 zich terug naar het zuidwesten van de Spitaalbossen. De 36th Division had een terreinwinst van een kleine 4 kilometer en was aan de linkerkant, ten zuiden van Waregem, in contact met de Franse cavalerie.
Wanneer het krijgsgewoel verder zuidwaarts dreef, kon Vichte zijn wonden likken.
Harlebeke New British Cemetery
Ontstond na de wapenstilstand in 1918 door concentratie van verspreide veldgraven. In 1924-25 werden veel Britten overgebracht die eerder op de Duitse begraafplaatsen begraven werden. Het merendeel van de gesneuvelden tijdens de gevechten om Harelbeke, Deerlijk en Vichte liggen hier begraven.
Bijdrage door Jef Bogaert; onze Vichtse specialist in WO I
____________________________________________________
1 Flandern II en Flandern I Stellung,, twee met bunkers en prikkeldraad, sterk uitgebouwde verdedigingslijnen liepen resp. van Oostende, Moorslede, Terhand naar Menen en een ongeveer parallellopende verderop gelegen linie. De eenheden die Vichte bevrijdden , veroverden na zware gevechten deze tweede Duitse linie in de omgeving van Ledegem- Dadizele
2 Delfien Vanhaute (Ardooie 2/9/1869 – Handzame-Edewalle 3/12/1944) werd in 1897 onderpastoor benoemd te Vichte. Rond deze tijd raakten zijn dichtbundels in de letterkundige wereld bekend. De bekendste zijn Parsifal (1896) en Rijmdichten (dl I, 1897,dl II , 1900). Hier in Vichte kwam hij in contact met de Priester–dichter Hugo Verriest en Stijn Streuvels uit het naburige Ingooigem. In 1925 werd hij pastoor benoemd van de parochie Edewalle (Handzame), waar hij in 1944 overleed. Zijn neef, E.H. Roger Vanhaute was tot voor een 25-tal jaren pastoor te Ingooigem.
3 Hier wordt het station bedoeld.
4 E.H. Vanhaute bedoelt dat in alle huizen Duitsers ingekwartierd waren.
5 Op 16 oktober’18 poogde het 6de bataljon King’s Own Scottish Borders een bruggenhoofd uit te bouwen op de zuidelijke Leieoever ter hoogte van het Harelbekse centrum. Een drieste tegenaanval van de 6de Kavallerie Schutzen Division (15de Dragoner Rgt. & 2de Kurassier Rgt.) dreef hen terug naar de linker Leieoever
6 Mijn grootvader, Leon Vandenbroucke (1899-1976, toen woonachtig op de Dries, Deerlijk ) heeft me meermaals verteld over de bevrijding door de Schotten, in de volksmond de Rokskes. De Duitser die bij hen ingekwartierd was, was totaal verrast en verward onder de pompbak gekropen. Alberiek, Leon’s vader, heeft deze getraumatiseerde Duitser vanonder de pompbak gehaald en uitgeleverd aan de Schotten die op de Dries aan het hergroeperen waren. De kleren van de Duitser werden daarna op de straat gegooid!
7 1/1st Queen’s Own Yorkshire Dragoons was een Territorial batalion, letterlijk bedoeld om het territorium, dus het Brits Imperium te verdedigen. Toen de oorlog bleef aanslepen had men steeds meer ‘kanonnenvlees’ nodig en werd de Territorial Force ingezet aan het front. Het 1/1st QOYD kwam begin 1916 aan het front als cavalerie. Op 16/3/18 werd het paard ingeruild voor het stalen ros, de fiets, en werden de voormalige cavaleristen, cyclisten.
8 Van elk bataljon bestaan er War Diaries. Deze zijn een opsomming van wat het bataljon meemaakte tijdens gans de oorlog. Ze worden bewaard in National Archives, Londen, UK
9 NCO staat voor Non Commisioned Officer. Dit zijn onderofficieren en korporaals.
10 De Lewis Gun is een Brits machinegeweer met kolf en tweepoot. Het is een luchtgekoeld wapen met axiale koelvinnen in een lichtmetalen mantel. Het vuurt de .303 Britse randmunitie (zelfde munitie als voor de Vickers mitrailleur en het Brits geweer Lee-Enfield) en wordt gevoed door een uitwisselbaar plat trommelmagazijn van 47 patronen. Vuursnelheid ca. 550 schoten/minuut. Gewicht ongeladen:11,800 Kg
11 nu Schaliënhof
12 Plaats waar zich nu het oorlogsmonument bevindt.
13 Lance Corporal Newton en private Gosling waren dan ook de allereerste gesneuvelden op Vichts grondgebied. Hun graf bevindt zich in Harlebeke New British Cemetery resp. graf XB5 en VIIIA16.
14 Ze werden ingekwartierd in een gebouw met kaartcoördinaten H12 a.3.4 , d.i. langs de Gentse baan ca.200m voorbij het huidige stadhuis, richting Kortrijk.
15 Rond deze tijd was Vichte nog altijd niet bevrijd; de beslissende aanval startte om 9.00 uur.
16 E.H. Vanhaute bleek goed ingelicht i.v.m. de naam van de eenheid.
17 Het station werd ingenomen door het eerste bataljon Newfoundland Regiment.
18 Tijdens graafwerken (1984) aan het huis, Deerlijkstraat nr 5, werden talrijke patronen gevonden. Dit huis ligt tussen hoeve De Bosschere en De Katte. De bodemstempels op de kogelhuls verwees naar W.O. I. Het speciale aan deze patronen was, dat de kogel omgekeerd in de huls zat. Er werd gedacht aan experimenten of aan kwajongensstreken, tot een oud-strijder me vertelde dat deze soort patronen gebruikt werden tijdens bajonetgevechten. Hoe afschuwelijk het ook moge klinken, maar tijdens dit soort gevechten kon het gebeuren dat de bajonet bleef steken. Een schot met dit type patroon dreunde de getroffene achteruit, en de bajonet was opnieuw vrij.
19 Het land voor het Kasteel Moreels (nu Beukenhof).
20 Engelse soldaten die doorgestoten waren, moesten wijken voor een tegenaanval. Sommigen konden zich bij burgers schuilhouden. Men beweert, dat een Engels soldaat zich verschool in een van de huizen naast de St-Jozefskapel. Toen de Duitsers de huizen controleerden verborg hij zich in een kleerkast. Ze moeten argwaan hebben gehad want een van de Duitsers ramde zijn bajonet dwars door de deur. Het bloed liep door een kier op de grond…
21 War Diary, 2nd Royal Scots Fusiliers,p 387
22 WarDiary, Royal Newfoundland Regiment 20 october 1918, appendix B
goedemiddag,
Dit artikel is erg interessant. Is er nog meer informatie over WO1 in en rond Vichte? Of foto’s?
Ik ken de streek niet maar ik zou graag willen weten of er nog sporen zijn van WO1 in en rond Vichte, of dat de opmarsroute zich leent voor een wandeling?
Met vriendelijke groet
Niels
Beste,
Ik contacteer u omtrent een unieke fotoreportage uit 1918 genomen door fotograaf E.Wante uit Berchem. De originele foto’s werden o.a. genomen te Vichte,A,zegem en Tieghem. Deze foto’s kwamen uit familie-archief bij mij terecht.
Heeft iemand meer info over deze fotograaf E.Wante ? 1918 Vichte,Anzegem,Tieghem,…?
Mvg,
Koen Deman