Nieuwste tijd (19e eeuw - 1945)

Het bestuur na het Ancien Regime

De opheffing van het Ancien Régime (1789)

De opheffing van het Ancien Régime (1789) had vele maatschappelijke en bestuurlijke gevolgen:

  • De heerlijkheden werden opgeheven en vervangen door één algemeen lokaal bestuursmodel, de gemeente. Gemeenten werden gegroepeerd in gerechtelijke kantons en arrondissementen, die op hun beurt bij nieuw gecreëerde departementen – later opnieuw provincies genoemd – werden ondergebracht.
  • Wat de gerechtelijke macht betreft, werden de plaatselijke schepenbanken vervangen door centraal bestuurde gerechtshoven. Invoering van hoven van beroep en hoven van assisen.
  • Invoering van de burgerlijke stand ter vervanging van de voorheen door de Kerk georganiseerde registratie van geboorten, huwelijken en overlijdens.
  • Opheffing van het leenstelsel: lenen (waarvan de houder slechts het vruchtgebruik bezat en de suzerein de naakte eigendom) werden volle eigendom.
  • Opheffing van het tiendenstelsel: de tiende die doorgaans geïnd werd door de Kerk (evenredig verdeeld onder de parochiepriester, het bisdom en de plaatselijke armenzorg) werd vervangen door een door de Staat georganiseerd stelsel van belastingen. Tienden in het bezit van seculieren werden verbeurd verklaard (of de eigendomstitel waardeloos).
  • Verbeurdverklaring van het koninklijk domein: dit werd staatseigendom.
  • Afschaffing van alle ambtelijke en adellijke titels.
  • Afschaffing van het gewoonterecht en invoering van de Code Napoléon (burgerlijk wetboek).
  • Afschaffing van de oude maatstelselsen invoering van het metriek stelsel.

Tijdens de Franse overheersing

Nadat de Oostenrijkers op 26 juni 1794 te Fleurus door de Fransen definitief werden verslagen, begonnen deze hier de bestuursvormen op Franse leest te schoeien. Ze stelden een gemeenteraad of municipaliteit aan waarin zetelden: Judocus Vercaigne, Ferdinand Vandeputte, Jacobus Van Tieghem, Pieter Vandenborre en Rogier Quatannens. Secretaris was Adriaan Foulon.

Van dan af behoorde Vichte ook niet meer tot de kasselrijen Kortrijk en Oudenaarde, maar tot het Leiedepartement, dat praktisch de huidige provincie West-Vlaanderen besloeg. Begin 1796 werd het Leiedepartement ingedeeld in 40 kantons. Vichte werd ondergebracht bij het kanton Avelgem samen met Anzegem, Bossuit, Gijzelbrechtegem, Heestert, Ingooigem, Kaster, Kerkhove, Moen, Otegem, Outrijve, Sint-Denijs, Tiegem en Waarmaarde. Aan het hoofd van de gemeente kwam Pieter Harout als agent municipal, die samen met de adjoint municipal Jan-Baptiste Tanghe instond voor het dagelijks bestuur. Te Avelgem vormden die agenten een raad die fungeerden als kantonbestuur. De voorzitter, Frans Decock uit Avelgem, was een niet-agent. Er was ook nog een kantonsecretaris en een commissaris, die als opdracht had toe te zien of de wetten van de Franse Republiek wel degelijk werden toegepast. In het kanton Avelgem was dit een zekere Aimé Fischer, die zijn opdracht met veel ijver uitvoerde.

Vanaf september 1796 werd ook officieel de burgerstand opgericht. Doop-, overlijdens- en huwelijksregisters moesten door de geestelijkheid aan de gemeente worden overgemaakt. Alle ambtenaren van het Ancien Régime werden opzij geschoven. Op 4 september 1798 kwam de wet op de conscriptie, waardoor zekere klassen in het Franse leger moesten gaan dienen, wat tenslotte aanleiding gaf tot de Boerenkrijg. Te Vichte vonden wij geen “brigands”.

Vanaf 1799 werd de gemeente weer ter plaatse bestuurd door een municipaliteit, die bestond uit een meier (maire), een adjunct en (te Vichte) zeven raadsleden. De eerste meier te Vichte was Jan-Baptiste Quatannens, landbouwer op het “Schaliënhof”. Zijn adjunct was Ferdinand Vandeputte en de raadsleden: François Peers, Antoon Malfrère, Pieter Devos, Jan-Baptiste Vandendriessche, Judocus Verschae, Jacques Sagaert en Jan Rohaert. In 1800 werd J.B. Quatannens als meier vervangen door Jan-Baptiste Van Meenen, herbergier in “De Sterre”, het aloude schepenhuis aan de zuidzijde van de Plaats. Dit gaf aanleiding tot volgend spotdicht:

Jan van Meende,
kort van beende,
groot van figure,
en kleen van posture,
en wilt van uwen man niet maken,
‘t zal toch niet lange daken.

Dat de inspiratie van dit spotdicht wel zal te zoeken geweest zijn bij de gewezen griffier en kastelein op het kasteel Judocus Van Tieghem, is meer dan waarschijnlijk. Dat hij die steeds “de” man was geweest op de gemeente het nu moest afleggen tegen zijn aartsvijand (dit blijkt uit de klachten die van weerskanten gestuurd werden aan de graaf van Cruquembourg), zal hem zwaar op de maag hebben gelegen.

In 1803 verdwenen Vandendriessche, Verschae, Sagaert en Rohaert uit de raad en in hun plaats kwamen Judocus Vancraeynest, Theodoor Vercaemst en J. Vercaemst. In 1806 verdwenen deze laatsten uit de raad en deden Verschae, Sagaert en Rohaert weer hun intrede. Judocus Van Tieghem haalde zijn slag thuis en werd de nieuwe meier als opvolger van Jan Van Meenen. In 1813 wordt Louis Gekiere, gehuwd met de weduwe van J.B. Quatannens op het “Schaliënhof”, de opvolger van Van Tieghem als meier.

Het Hollands tijdvak

Intussen kregen we Waterloo. Door de overeenkomst van Wenen op 8 juni 1815 werden de zuidelijke provinciën bij het Koninkrijk der Nederlanden gevoegd. Voorlopig bleef op bestuursgebied alles zoals het was. Begin 1818 verscheen wel een K.B. inzake nieuwe bestuursvormen, doch Louis Gekiere bleef in elk geval nog tot mei 1819 meier van de gemeente. Hij werd dan opgevolgd door burgemeester Francies Verhaeghe. Vichte bleef ingedeeld bij het vroegere kanton Avelgem, dat nu district Avelgem werd genoemd.

De nieuwe gemeenteraad, geïnstalleerd op 20 januari 1820 zag er als volgt uit: Francies Verhaeghe, burgemeester, – Louis Gekiere en Xavier Holvoet, schepenen, – Pieter Cottenier, Jan Emmanuël Vanhauwaert, Jan Harout, Pieter Delesie en Petrus Delbecque, leden. Gemeentesecretaris was Ivo Jozef Reynaert en gemeenteontvanger werd Charles Van Tomme, ontvanger van de directe belastingen te Deerlijk. Om de twee jaar moest één derde van de raadsleden vernieuwd worden, doch dit gaf geen aanleiding tot veel wijzigingen in de samenstelling van de raad. Wel verschijnt vanaf augustus Francies Verhaeghe niet meer op de raadsvergaderingen. De reden is nog steeds niet achterhaald. Daar Louis Gekiere dienstdoende burgemeester werd en dit bleef tot in 1826, wanneer hij burgemeester werd, doet vermoeden dat het om gezondheidsredenen was. Eveneens in 1826 wordt Charles-Louis Peers, de koster van de parochie, assessor in vervanging van de burgemeester geworden Gekiere. In 1828 wordt Jan Harout assessor ipv Xavier Holvoet en als raadsleden fungeren: Pieter Cottenier, Petrus Windels en Jan Emmanuël Vanhauwaert. Een jaar later verschijnt Francies Verhaeghe weer ten tonele en wordt assessor ter vervanging van François Peers. Over de activiteiten van dit college van burgemeester en assessors is maar weinig te vertellen. De aantekeningen in het register van hun beraadslagingen luidden meestal als volgt:
Ter welker zitting niet verrigt is geworden. of: Den voorzitter niet aan de beraadslaging ‘t onderwerpen hebbende is de vergadering met onverrigt zaken gescheiden.

Na 1830

Het Voorlopig Bewind deed reeds in 1830 alle openbare besturen vernieuwen. Een kiescollege werd samengesteld. Dit college bestond uit personen die het meest belastingen betaalden en zij verkozen de nieuwe gemeenteraad. Deze bestond uit een voorzitter, twee assessors en vier raadsleden voor wat Vichte betreft. Het resultaat was volgende raad:

  • Ivo Vantieghem, burgemeester
  • Pieter Windels en Emmanuël Vanhauwaert, assessors
  • Antoon Delesie, Jan-Baptiste Mekeirele, Jan D’huyvetter en Andries Pannecoucke, leden
  • Gemeentesecretaris werd Frederik Descheemaeker, neef van de burgemeester en later kostschoolhouder
  • De nieuwe gemeenteontvanger werd Petrus Declercq uit de Mekeirleweg.

Voor verdere inlichtingen betreffende het bestuur in Vichte verwijzen wij naar het artikel “burgemeesters van Vichte” en naar het boek “van der Vichte” van Leonard Blockeel, hier en daar nog in handen van Vichtse families, maar niet meer in de bibliotheek wat uiteraard zeer spijtig is.

bron: van der Vichte, Leonard Blockeel

 

Leave a Comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *